Wet- en regelgeving Vangnetuitkering 2024
De voorwaarden voor een vangnetuitkering zijn niet ieder jaar hetzelfde. Ervaringen met de toepassing van het vangnet worden gebruikt om het vangnet stap voor stap te verbeteren. Daarbij blijft het doel een eerlijk en rechtvaardig vangnet.
Op deze pagina treft u een schematisch overzicht aan van de voor de vangnetuitkering 2024 geldende wet- en regelgeving. Het gaat hierbij om:
- De Participatiewet (Pw)
- Het Besluit Participatiewet (BPw)
- De Regeling Participatiewet (RPw)
De volledige tekst hiervan is te vinden op wetten.overheid.nl.
Onderwerp |
Tekst wet- en regelgeving |
Bron in wet- en regelgeving |
---|---|---|
Advisering aan onze minister door Toetsingscommissie |
Er is een toetsingscommissie vangnet Participatiewet, die tot taak heeft Onze Minister te adviseren over een te nemen besluit naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel 74, eerste lid. |
Art. 73, eerste lid, Pw |
Regels over de samenstelling, taakuitoefening en oordeelsvorming van de Toetsingscommissie |
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de samenstelling, de taakuitoefening en oordeelsvorming door de toetsingscommissie vangnet Participatiewet. |
Art. 73, tweede lid, Pw |
Delegatiebepaling van de Toetsingscommissie |
De toetsingscommissie bestaat uit een voorzitter en vier leden. Onze Minister benoemt de voorzitter en de leden, die tevens door hem kunnen worden geschorst en ontslagen. |
Art. 9, eerste lid, BPw |
Beoordeling door Toetsingscommissie |
De toetsingscommissie beoordeelt of een verzoek tot een vangnetuitkering voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 10, eerste en tweede lid, en adviseert Onze Minister daar over. |
Art. 9, tweede lid, BPw |
Voorwaarden |
Tekst wet- en regelgeving |
Bron in wet- en regelgeving |
---|---|---|
Geen aanwijzing |
Indien Onze Minister een aanwijzing als bedoeld in artikel 76 van de wet geeft wordt een verzoek tot een vangnetuitkering afgewezen over het kalenderjaar waarin de aanwijzing is gegeven en over het kalenderjaar voorafgaand aan het |
Art. 10, achtste lid, BPw |
Geen strijdigheid met de wet |
Onze Minister kan een vangnetuitkering verminderen, intrekken of weigeren indien: (-) het college in strijd handelt met een wettelijk voorschrift dat betrekking heeft op de vangnetuitkering of met een voorwaarde die aan het besluit tot verlening van een vangnetuitkering is verbonden. |
Art. 74, vijfde lid, onderdeel b, Pw |
Gebruik modelaanvraagformulier en strekkend verzoek door college |
De vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 van de wet, wordt slechts toegekend voor zover: a. het college een hiertoe strekkend verzoek heeft ingediend middels een door de minister beschikbaar gesteld aanvraagformulier; |
Art. 10, eerste lid, onderdeel a, BPw |
Tijdige indiening |
Een verzoek tot een vangnetuitkering wordt door de toetsingscommissie ontvangen in de periode van 1 januari tot en met 15 augustus van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft. Een verzoek dat door de toetsingscommissie wordt ontvangen voor of na afloop van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt niet in behandeling genomen. |
Art. 15, eerste en tweede lid, RPw. |
Financiële voorwaarde (1) |
De vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 van de wet, wordt slechts toegekend voor zover de in aanmerking komende netto lasten de verstrekte uitkering met meer dan zeven-en-een-half procent overstijgen. |
Art. 10, eerste lid, onderdeel c, BPw |
Financiële voorwaarde (2) |
De vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 van de wet, wordt slechts toegekend voor zover: de in aanmerking komende netto lasten over het uitkeringsjaar en de twee daaraan voorafgaande jaren de over die periode verstrekte uitkeringen met meer dan zeven-en-een-half procent van de over het uitkeringsjaar verstrekte |
Art. 10, eerste lid, onderdeel c, BPw |
Het ingevulde modelaanvraagformulier |
De vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 van de wet, wordt slechts toegekend voor zover: (e) de verklaring van het college een toelichting omvat zoals gevraagd in het modelaanvraagformulier. |
Art. 10, eerste lid, onderdeel e, BPw |
Verklaring college en instemming door de gemeenteraad |
De vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 van de wet, wordt slechts toegekend voor zover: d. het college heeft verklaard dat het maatregelen heeft getroffen om te komen tot tekortreductie en deze verklaring de instemming heeft van de gemeenteraad. |
Art. 10, eerste lid, onderdeel d, BPw |
Vereisten aan gemeenten met tenminste een VU over 2022 en/of 2023 |
Indien een verzoek wordt ingediend door het college van een gemeente waaraan in een van de twee daaraan voorafgaande kalenderjaren een vangnetuitkering is verleend, verklaart het college bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, eveneens dat het interne en externe maatregelen heeft getroffen om tot verdere tekortreductie te komen. |
Art. 10, tweede lid, BPw |
Uitzondering voor gemeenten tot |
Het tweede lid, voor zover dat betrekking heeft op de verklaring dat externe maatregelen zijn getroffen om tot verdere tekortreductie te komen, is niet van toepassing op het college van een gemeente met minder dan 5000 inwoners. |
Art. 10, derde lid, BPw |
Onderwerp |
Tekst wet- en regelgeving |
Bron in wet- en regelgeving |
---|---|---|
Onvoldoende dekking netto lasten als reden voor een vangnetuitkering |
Indien de verstrekte uitkering op grond van artikel 69 onvoldoende dekking biedt voor de netto lasten van het toekennen van algemene bijstand, loonkostensubsidies of uitkeringen als bedoeld in artikel 69, eerste lid, kan door Onze Minister op verzoek van het college een vangnetuitkering worden verleend. |
Art. 74, eerste lid, Pw |
Bepaling bedrag besteed aan vangnetuitkeringen |
Jaarlijks wordt bij wet het bedrag dat besteed kan worden aan vangnetuitkeringen als bedoeld in het eerste lid vastgesteld, dat geen deel uitmaakt van het bedrag, |
Art. 74, tweede lid, Pw |
Indiening verzoek bij |
Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt door het college ingediend bij de toetsingscommissie vangnet Participatiewet. |
Art. 74, derde lid, Pw |
Voorwaarden aan besluit tot verlening vangnetuitkering |
Onze Minister kan voorwaarden verbinden aan het besluit tot verlening van een vangnetuitkering. |
Art. 74, vierde lid, Pw |
Vermindering, intrekking of weigering vangnetuitkering door Minister |
5 Onze Minister kan een vangnetuitkering verminderen, intrekken of weigeren
|
Art. 74, vijfde lid, Pw |
Zaken geregeld bij of krachtens |
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor:
|
Art. 74, zesde lid, Pw |
Zaken geregeld bij ministeriële |
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor de termijn waarbinnen een verzoek kan worden ingediend. |
Art. 74, zevende lid, Pw |
Zaken geregeld bij ministeriële |
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld inzake de betaling van: c. de vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 |
Art. 75, Pw |
Onderwerp |
Tekst wet- en regelgeving |
Bron in wet- en regelgeving |
---|---|---|
Hoogte vangnetuitkering |
Indien het verzoek voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het eerste en tweede
|
Art. 10, vierde lid, BPw |
Aftrek onrechtmatigheden (1) |
Voor de toepassing van artikel 10 worden de in aanmerking komende netto lasten berekend door de netto uitkeringslasten en de netto uitgaven aan loonkostensubsidies op grond van de wet en de netto lasten op grond van de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 te verminderen met de bedragen die blijkens het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, als fout of onzeker zijn aangemerkt. |
Art. 9a, eerste lid, BPw |
Aftrek onrechtmatigheden (2) |
Indien de lasten op grond van de wet, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 groter zijn dan € 1.000.000, worden de netto lasten in afwijking van het eerste lid verminderd met de bedragen die als fout en onzeker zijn aangemerkt en meer bedragen dan |
Art. 9a, tweede lid, BPw |
Hoogte vangnetuitkering bij te late indiening verantwoordingsinformatie |
Indien bij de vaststelling van de uitkering artikel 7 is toegepast, wordt voor de beoordeling van het tekort de verstrekte uitkering vastgesteld op het bedrag dat is gebaseerd op de gemeentelijke lasten waarbij artikel 7 niet zou zijn toegepast. |
Art. 10, vijfde lid, BPw |
Wijziging van de gemeentelijke indeling |
Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt voor de bepaling van een |
Art. 10, zesde lid, BPw |
Hoogte vangnetuitkering bij te laat ontvangen informatie betreffende gemeentelijke lasten op grond van |
Informatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel lartikel 9a, die anders dan op verzoek na 15 augustus van het jaar waarin het verzoek is ingediend door de toetsingscommissie of door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ontvangen, wordt in de beoordeling van het verzoek niet meegewogen. |
Art. 10, zevende lid, BPw |
Onderwerp |
Tekst wet- en regelgeving |
Bron in wet- en regelgeving |
---|---|---|
Uiterste moment van advisering |
De toetsingscommissie adviseert de minister uiterlijk op 31 oktober van het |
art. 15, derde lid, RPw |
Verzoek om uitstel |
De toetsingscommissie kan de minister voor 15 oktober verzoeken om een aantal |
art. 15, vierde lid, RPw |
Minister en verzoek om uitstel |
Indien de minister aan een verzoek als bedoeld in het vierde lid voldoet, bepaalt hij daarbij het aantal adviezen dat later kan worden vastgesteld en de datum waarop deze adviezen uiterlijk door de minister worden ontvangen. |
art. 15, vijfde lid, RPw |
Moment uitbetaling |
De vangnetuitkering wordt betaalbaar gesteld voor 1 april in het kalenderjaar dat ligt twee jaar na het jaar waarop de uitkering betrekking heeft. |
art. 5, derde lid, RPw |